-
IV LEREN KAN SLECHTS IN VRIJHEID ?
OVER HET ONDERWIJS
In de kranten is het bericht verschenen dat Minister Ritzen
van Onderwijs flink gaat snijden in de top van zijn ministerie.
500 Ambtenaren die te ver van de onderwijsbasis aan het voor-
schrijven en aan het vergaderen zijn zouden hun baan kwijt raken. Terwijl ik dit hoofdstuk schrijf heeft dit bericht mij verheugd. Er wordt ingegrepen. Om de lawine van plannen, gewijzigde plannen, voorschriften en regels, studies en ontwerpen in te dammen. Die werden uitgezonden in stencils en belangrijk ogende brieven. Na deze vreugdekreet van instemming begin ik mijn verhaal over het onderwijs in 1963. In een vorig hoofdstuk heb ik verteld hoe ik door pater Bataille werd aangewezen om les te gaan geven op de Rijks H.B.S. en op de Middelbare Tuinbouwschool. Omdat ik in de 25 jaar dat ik in het onderwijs werkte nog op verschillende andere scholen les heb gegeven wil ik aan elke onderwijsrichting een beschouwing wijden. Een beschouwing in de vorm van een verhaal dat past in de opzet van de opdracht die ik gekregen heb om te vertellen wat ik in Venlo heb meegemaakt.
1) De Rijks H.B.S.
Toen ik in Venlo aan de Rijks, zoals die genoemd werd, begon was dat een school met 14 klassen. Na het derde jaar werden de leerlingen geselecteerd op hun aanleg in de exacte vakken en gingen dan verder in de A of B afdelingen. De Rijks had in 1963 een bewogen aantal jaren achter de rug. Tussen de directeur en de leraren boterde het niet. De directeur had problemen die hij in de alcohol verdronk. De inspectie van het openbaar onderwijs had ingegrepen en een directeur aangesteld om orde op zaken te stellen. Onder die directeur de Vries begon ik aan mijn taak om in alle klassen Cultuurgeschiedenis van het Christendom te onderwijzen. Omdat geschiedenis in al zijn vormen mijn hobby was begon ik met frisse moed. Ik veronderstelde dat ik met mijn verhalen rond de stof die in het handboek beknopt was aangegeven een aandachtig gehoor zou vinden. Maar dat viel lelijk tegen. Van didactiek, de methode om kennis over te dragen, wist ik niets. Ik had zelf in de jaren van mijn studie braaf geluisterd naar alle leraren en professoren die mij probeerden wijzer te maken. Vanuit die ervaring dacht ik dat de leerlingen van de Rijks hetzelfde zouden doen. Met nog meer aandacht dan ik had kunnen opbrengen omdat ik mijzelf voor een boeiend verteller versleet. Mijn lesgevers in het verleden waren dat niet altijd. Hoe de leerlingen van de Rijks in die beginfase tegen mij aankeken hebben ze later tegen mij gezegd. Toen ze naar mijn eerste lesuur op weg waren hadden ze in de gang gezegd: "We gaan weer eens kijken welke lui ze nu weer gestuurd hebben." Die opmerking moet je plaatsen tegen de rij van voorgangers Dominicanen die op de Rijks les hadden gegeven. Dat waren de paters: Roemer, Brinkman, Merk, Meiers, Boers, Willems, Godding, Wagenberg, Brouwer, Bataille en de Bok. Mijn voorgangers hadden ten hoogste één jaar en Boers slechts 6 maanden les gegeven. Pater Brouwer was tijdens het schooljaar plotseling gestorven. Toen ik les kwam geven waren er nog leerlingen die berouwvol vertelden dat zij meenden aan zijn dood te hebben bijgedragen. Ik vertel dit alles om duidelijk te maken dat de leerlingen niet op mij zaten te wachten. Vanuit mijn hobby voor geschiedenis ging ik daar toch wel een beetje vanuit. De verhalen die ik interessant vond zouden zij toch ook wel willen proeven. Maar die verhalen gingen boven hun pet. Zij konden mijn op het Albertinum gevormde jargon niet volgen. Tegen de herfstvakantie liep de orde in een tweede klas uit de hand. Ik stuurde een jongen naar de directeur. De Vries kwam hem terugbrengen met de mededeling dat die boosdoener mij wel mocht en zeer ontdaan was dat ik hem de klas had uitgestuurd.
directeur de Vries
1963-
pater Brouwer
Jo Ritzen
Dit staat zelfs beschreven in:
<kijk op docenten rond 1960> +
<pater Brouwer>:
Karel Ebbeke, leerling van 1957-
Pater
Hubert Gulickx
†13 -
Een Dominicaan
tussen het
Bronsgroen
Eikenhout